Warmtepompen
Een warmtepomp werkt volgens het omgekeerde principe van een koelkast. Terwijl een koelkast warmte van binnen naar buiten brengt, neemt een warmtepomp juist warmte uit de omgeving op. De warmte die uit het grondwater, de grond of de lucht gehaald wordt, wordt door een koelmiddel geabsorbeerd en na compressie gebruikt voor de verwarming van uw woning.
Dit gebeurt in vier stappen: verdamping, compressie, condensatie en expansie.
- In de eerste stap haalt de warmtepomp (warmte)energie uit de omgeving, waarna deze warmte als gevolg van het temperatuurverschil door een koelmiddel wordt geabsorbeerd. Vanwege de lage verdampingstemperatuur van het koelmiddel neemt het daarbij de vorm van gas aan.
- In de tweede stap wordt fe ontstane damp in een compressor samengeperst. Door dat de druk in de besloten ruimte groter wordt, neemt de wrijving tussen de gasmoleculen toe. Hierdoor ontstaan hoge temperaturen die in het verwarmingscircuit worden gebracht.
- In de derde stap geeft het hete gas zijn warmte af aan het verwarmingssysteem, waardoor het koelmiddel afkoelt en weer vloeibaar wordt.
- Uiteindelijk wordt de in stap 2 gegenereerde druk met behulp van een expansieventiel weer verlaagd, zodat het koelmiddel opnieuw omgevingswarmte kan opnemen en het proces van voor af aan kan beginnen.